Dorus bezong ze ooit: de twee motten in zijn ouwe jas. Je zou bijna sympathie opbrengen voor Charlotte en Bas, die dotte van motten. Een ode aan de buxusmot, die toentertijd nog niet in onze contreien was opgedoken, zit er beslist niet in.
Rond 2007 werd de buxusmot, een met de handel meegereisde exoot uit Oost-Azië, opgemerkt in het grensgebied van Duitsland en Zwitserland. Sindsdien vreet deze nachtvlinder uit de familie van de grasmotten, zich door de Buxus sempervirens een weg naar het noorden.
Overigens is het niet alleen de buxusmot die een bedreiging vormt voor je zorgvuldig gestileerde en gekoesterde buxushaag of -bol. Dat zijn ook 2 soorten schimmels.
__
Opgeteld zijn er 3 reële bedreigingen voor je buxus:
- De buxus-mot (Cydalina perspectalis):
De buxusmot heeft weinig natuurlijke vijanden. Dat is te wijten aan het giftige stofje ‘buxine’ dat de buxus in zich draagt. Door het eten ervan worden de vraatzuchtige rupsen ook zelf wat giftig. Ze staan dan ook niet op het menu van vogels en kippen. Het gevolg laat zich raden. Sluipwespen hebben de rups echter wel ontdekt. Zij beginnen hun eieren erin af te zetten. Maar daarmee is het gevaar voor je buxus nog niet geweken. - De buxus-schimmel Volutella buxi (oude soort)
De bladeren verkleuren oranjebruin en verschrompelen. Ze vormen opvallende plekken van geel verkleurende afstervende bladeren (kleur stro). Het begint meestal met één zijtak en de verkleuring begint bij de oudste bladeren. - De buxus-schimmel Cylindrocladium buxicola (nieuwere soort)
Op de aangetaste bladeren ontstaan donkerbruine vlekken, vaak met een bleek centrum. Het meest typische beeld wordt gevormd door zwarte streepjes die op de takken in de lengterichting te voorschijn komen. Na verloop van tijd treedt er bladval en taksterfte op. De aantasting kan snel en hevig optreden. Vooral bij warm, vochtig weer.
__
Tips om je buxus(haag) van de ondergang te redden
- Zorg voor een ruime plantafstanden in de haag.
- Zorg voor een goede drainerende bodem die niet te lang nat blijft.
- Geef je water, doe dat op de bodem en niet rechtstreeks op de bladeren.
- Plant je buxushaag niet op plekken waar deze geplaagd wordt door opspattend water.
- Plant meerdere buxussoorten, zodat het systeem biologisch gezien niet wankel is.
- Is je buxus toch aangetast door mot of schimmel en wil je redden wat er te redden valt, volg dan deze tips:
- Verwijder zo snel mogelijk alle aangetaste plantendelen en voer ze af met het restafval (nooit bij het groenafval doen!). Verwijderen doe je handmatig met behulp van een harde koude waterstraal.
- Reinig grondig de gebruikte snoeischaren. Houd de struiken nauwlettend in het oog en blijf ieder takje met sporen van de schimmel weghalen. Kijk vervolgens of het mogelijk is de planten wat meer lucht en ruimte te geven zodat de wind er bij kan en ze sneller opdrogen.
- Gebruik geen biologisch vergif.
Biologische vergiffen bestrijden de sluipwespen en andere rupsen. Die worden weer gegeten door vogels, muizen, andere kleine dieren die zich bevinden aan het einde van de voedselketen. Met alle gevolgen van dien. - Zaag de buxussen niet net boven de grond af.
Ze komen niet of verslapt terug waarna ze door een tweede vraat alsnog het onderspit delven.
__
Monocultuur
We moeten onszelf niet voor de gek houden. Het buxusprobleem is mede te danken aan onze neiging veel van hetzelfde aan te planten, monocultuur in buxusland.
__
Onderzoek naar resistentere buxussoorten
Tegenwoordig wordt druk geëxperimenteerd met buxussoorten die beter bestand zijn tegen mot en schimmels. Het gaat hier om de soorten B. Herritage, B. Renaissance en B. Babylon Beauty. In de tuinen van Paleis het Loo zijn deskundigen van plan de Ilex crenata ‘Dark Green’, destijds een vervanger voor de buxus, weer om te vormen naar buxus. Het experiment omvat 300.000 plantjes.
__
Vervangers voor buxus met eenzelfde uitstraling
- Ilex crenata ‘Dark Green’ (Japanse hulst)
- Ilex crenata ‘Green Hedge’
- Ilex crenata ‘Convexa’
- Euonymus fortunei ‘Vegetus’ (kardinaalsmuts)
- Lonicera nitida (en verschillende onder cultivars) (= struikkamperfoelie)
- Teucrium x lucidrys (Gamander) wel vorstgevoelig
Deze alternatieven worden aangedragen door onze tuinontwerper Siem de Vlas, waaraan hij toevoegt:
“Ik vind de Euonymus wel een aardige vervanger, omdat deze wat losser is qua structuur. Ik zou geen soorten mengen, dat geeft een te druk beeld.”
En verder: “Mijn ideale haag is een soort van Zeeuwse haag (maar dan hebben wij het over een hogere struweel haag) waarbij landschappelijke gebiedseigen soorten in één haag worden toepast.
__
Voordelen van de haag van Siem
- Variatie in bloei, bloeitijden, bladverkleuring en winterbeeld.
- Beter bestand tegen ziekten
- Besdracht als winteraccent (zie hondsroos).
- Broedplek voor vogels.
__
Palmboompje
Zijn kennis van planten lardeert Siem vaak met wetenswaardige achtergrondinformatie, en dan het liefst in het Fries. Zo komen wij aan de weet dat de Friese benaming voor Buxus sempeervirens ‘palmbeamke’ of ‘naantsje’ betekent. En ‘naantsje’ betekent wiegje, zoals in het wiegenliedje ‘Suze nane poppe, it kealtsje leit yn ‘e groppe, heit en men safier fan hûs, kinne wy net beroppe’.
Waar we voor Latijnse plantennamen bijna altijd een Nederlandse variant gebruiken, valt het op dat de buxus als ‘palmboompje’ nooit is geland. Dat zal ‘em nu ook niet meer worden. Een kale buxus doet in de verste verte niet aan een palmboom denken.